EEN KHAO MANEE VAN SPAANSE BODEM
Zo’n
anderhalf jaar geleden viel mijn oog op een fotootje in een plaatselijke krant
van een wit katje met verschillend gekleurde ogen. Een Westlands echtpaar
had het beestje gevonden tussen de rotsen op een Spaans strand. Hij was toen
een week of 3 oud, uitgedroogd, uitgemergeld en op sterven na dood. Ze brachten
‘m naar een dierenarts en vroegen hem zijn uiterste best te doen de
kleine er weer bovenop te helpen. De dierenarts verklaarde het echtpaar voor
gek maar beloofde te doen wat hij kon. Een aantal behandelingen met pillen
en prikjes volgde; het echtpaar was de rest van hun vakantie druk in de weer
met pipetjes vloeibaar kittenvoedsel om het scharminkeltje weer wat op gewicht
te krijgen. Wonder boven wonder overleefde het katje zijn avontuur. Hij kreeg
de naam Tom Poes en mocht mee naar Nederland. Daar wachtte met smart herdershond
Clint op de terugkeer van zijn baasjes. Clint was in het geheel niet gecharmeerd
van de nieuwe huisgenoot en hij liet overduidelijk merken dat wat hem betreft
de inwoning van korte duur zou zijn. Clint werd naar de garage verbannen,
maar het echtpaar vond dat natuurlijk geen bevredigende oplossing. Er zat
niets anders op. Ze moesten op zoek naar een nieuw baasje voor Tom Poes.
Het verhaal kwam me zo bekend voor. Vijftien jaar eerder had ik een zwaargewonde
pup uit Turkije mee naar Nederland genomen. Ook zij herstelde uiteindelijk
van haar verwondingen en ze was nog steeds de beste vriend van mijn ouders,
die haar in huis hadden genomen. Het echtpaar had het katje beschreven als
een ‘oosters type’ en al leek het in de verste verten niet op
mijn eigen siamezen en oosterse kortharen, toch voelde ik me aangesproken.
Zou ik bellen ? Nee !!! sprak ik mezelf vermanend toe. Je hebt al meer dan
genoeg katten. Een paar uur later belde ik toch. Of Tom Poes inmiddels al
een nieuw huisje had gevonden. Dat was niet het geval. Ze hadden wel veel
reacties gehad, maar het geschikte baasje zat er nog niet bij. Tom Poes was
zo doof als een kwartel en had een beschermde omgeving nodig. We maakten een
afspraak, het klikte, en, u raadt het al, een week later verhuisde Tom Poes.
Hij bleek niet alleen een ontzettend lieve, gekke en komische maar ook een
ontzettend drukke, zeg maar rustig ADHD, kat te zijn. Het duurde dan ook niet
lang of een mooie Art Deco vaas sneuvelde, een paar dagen later gevolgd door
een tweede. In de weken daarna volgden nog een paar erfstukken. Om over de
gordijnen maar te zwijgen. Hij groeide als kool, werd beresterk en ik begon
ernstig te betwijfelen of er nog iets van mijn meubilair over zou blijven
als ie eenmaal volwassen was. Tom Poes kreeg de meer toepasselijke naam Hyper.
Maar na een tijdje raakte Hyper gewend aan zijn huiselijke omgeving. Hij werd
wat rustiger en inmiddels blijft het aantal ongelukjes beperkt. Af en toe
vroeg ik me af wat zijn achtergrond zou zijn. Dat mysterie zou wel nooit opgelost
worden. Dacht ik. Tot ik in het vorige nummer van MM een artikel over de Khao
Manee las. Op de bij het artikel geplaatste foto’s van de Khao Manee
herkende ik onmiddellijk mijn Hyper. Als twee druppels water. De karakterbeschrijving
klopte ook precies. En wat blijkt ? Niet de seal point siamees maar de Khao
Manee is de Koninklijke Kat van het oude Siam. Had het echtpaar toch gelijk.
Hyper is een oosters type. Geen wonder dat ik als een blok voor ‘m viel.